De politie wil met de donkere dagen en slechter weer even het geheugen opfrissen wat betreft het gebruik van verlichting in het (auto)verkeer. Recent bleek maar weer dat mensen soms onnodig en ongeoorloofd hun mistlichten gebruiken.

De mistlampen aan de voorkant van de auto mogen branden als het mistig is, er sneeuw valt of bij hele heftige regenbuien die het zicht ernstig beperken. De mistlampen achter mogen uitsluitend gebruikt worden wanneer het zicht minder dan 50 meter is. Dus niet als het regent. Bij het gebruik van de mistlampen hoeft het dimlicht niet aan.

Zowel ‘s nachts en overdag bij slecht zicht dient men dimlicht te voeren, behalve bij gebruik van het mistlicht. Groot licht is alleen toegestaan als anderen er geen last van hebben. De achterlichten moeten altijd branden bij het gebruik van dimlicht, groot licht, stadslicht of mistlicht. Kentekenverlichting moet altijd branden. Gebruik van breed- en verstralers is toegestaan. Auto’s die na 30 september 2001 in gebruik genomen zijn moeten een derde, rood remlicht hebben.

Enkele boetes: onterecht gebruik van mistlicht achter kost € 140 en voor € 90. Ondeugdelijke (rem)verlichting kost € 140 en ondeugdelijke richtingaanwijzers € 90.