Dinsdag keurde het college van Heerhugowaard een aangepaste versie van de duurzaamheidsnota van wethouder Monique Stam goed. Stam lichtte zelf toe dat ze zich al lange tijd ergert aan het ‘hap-snap’-beleid, waarbij ‘elk dingetje werd opgepakt, als het maar duurzaam heette’. Haar duurzaamheidsnota is dan ook ontdaan van concrete plannen, en is volgens haar nu bedoeld als handleiding om te bepalen aan welke duurzaamheidsplannen de gemeente geld zou moeten besteden.

Eerder was dat juist een punt van kritiek van de oppositie, die daarom bij de raadsvergadering van half december een grote hoeveelheid moties en amendementen indiende, waarvan de meeste concrete ideeën waren. Hoewel het niet meer zo duidelijk in de nota staat is het volgens Stam nog steeds het streven dat de gemeente Heerhugowaard in 2030 CO2-neutraal is.

Haar opmerking dat het vorige duurzaamheidsbeleid alleen maar ‘hap-snap’ was is echter niet bij iedereen goed gevallen, zeker niet bij haar voorgangers. Zo vindt oud-wethouder Christiaan Kwint het een ‘schandelijke opmerking’ en merkt hij op dat het Stams eigen VVD is geweest die er voor heeft gezorgd dat Heerhugowaard niet meer voorop loopt als het op duurzaamheid aankomt.

Hij zegt bovendien dat de asfaltcollector in de Westfrisiaweg, die wethouder Stam noemt als voorbeeld van hoe het volgens haar wel moet, in gang is gezet door oud-wethouder Jan Willem de Boer en hijzelf het heeft voorgesteld in de raad.

Ook Jan Willem de Boer kan zich niet bepaald vinden in Stams mening over het vorige beleid: hij wijst erop dat haar opmerking beledigend is voor de ambtenaren die in dat vorige beleid toch veel goede dingen gedaan hebben.

Dinsdag 26 januari wordt de duurzaamheidsnota behandeld in de gemeenteraad.