Het faillissement van de Stichting Voorschool Langedijk houdt Langedijk flink bezig, zo bleek dinsdagavond tijdens een raadsvergadering waar SVL niet op het programma stond maar toch het belangrijkste onderwerp bleek. Dinsdag werd in de media verwezen naar interne stukken van de gemeente Langedijk waaruit blijkt dat de persverklaring die de gemeente naar buiten heeft gebracht op meerdere punten niet klopt.

De gemeente doet het in die verklaring voorkomen dat zij er alles aan hebben gedaan om SVL te behouden en dat SVL het aan zichzelf te danken heeft dat ze faillissement moesten aanvragen. Het lijkt er echter steeds meer op dat SVL geen andere keuze had. Ook begint het er steeds meer op te lijken dat er bewust is aangestuurd op een faillissement van SVL en dat de zaak voorzichtig gesteld niet netjes is aangepakt.

Op 1 januari 2016 had er vanwege landelijk aangepaste regels rond kinderopvang een nieuw contract tussen SVL en de gemeente moeten zijn. Dat contract was echter niet tijdig opgesteld waarna de gemeente besloot om ook de gebruikelijke voorschotvergoeding van 40.000 euro per kwartaal niet te betalen. Hierdoor raakte het geld van SVL op en kon men niet anders dan faillissement aanvragen.

De raadsleden kwamen er dinsdagavond maar niet uit of wethouder van financiën Jasper Nieuwenhuizen nu wel of niet letterlijk tegen SVL heeft gezegd “Ik betaal, dus ik bepaal”. Een ander punt van onenigheid was de vraag of wethouder van jeugdzorg en subsidiebeleid Bert Fintelman nu wel of niet letterlijk tegen SVL heeft gezegd dat de gemeente één partij zou kiezen, in plaats van dat het de bedoeling was dat SVL en SKL samen tot één aanbod zouden komen.

De voltallige oppositie was dan wel gefrustreerd over de manier waarop alles is verlopen maar diende een uitermate zwakke motie in. In die motie werd gevraagd of het college actie wilde ondernemen om te zorgen dat de 280 peuters die met het wegvallen van SVL geen opvang meer hebben toch weer in een peuterspeelzaal terecht kunnen. Een fraai stukje symboolpolitiek dat prompt werd aangenomen door college en coalitie.